Seniorenkoepel OKRA maakte recent een analyse van dagprijzen in de woonzorgcentra en het personeelsbestand. Hun conclusie: hoe duurder het woonzorgcentrum, hoe minder personeel er wordt voorzien. Daarbij werd ook aandacht besteed aan het verschil tussen publieke en private voorzieningen.

Publieke voorzieningen kunnen bijvoorbeeld hun verliezen compenseren via lokale besturen. Private voorzieningen kunnen dat niet of niet in dezelfde mate. Er spelen ook nog andere verschillen mee inzake arbeidsvoorwaarden, waardoor enige voorzichtigheid aan de dag moet worden gelegd wanneer er vergelijkingen worden gemaakt. De Vlaamse regering heeft daarbij een onderscheid gemaakt tussen een rustoord voor bejaarden (ROB) en een rust- en verzorgingstehuis (RVT).

Geerinckx vroeg aan minister Crevits welke conclusies zei trekt uit de analyse van OKRA met het oog op eventuele beleidsaanpassingen. Zij pleitte daarbij voor een sectorspecifieke en transparante boekhouding.

In haar antwoord gaf minister Crevits aan dat er in de publieke woonzorgcentra meer mensen aan de slag zijn dan in de commerciële en dat de prijzen die mensen betalen in commerciële woonzorgcentra gemiddeld hoger liggen dan in de publieke centra. Stenen zijn hiervoor de belangrijkste oorzaak. Deze wegen bijzonder zwaar door in de dagprijs. Het is niet zo lang dat de commerciële woonzorgcentra gefinancierd werden voor de bouw. Tot besluit wijs de minister in haar antwoord op het belang van transparantie.

Geerinckx: “De uitdagingen in onze ouderenzorg mogen niet worden onderschat. Ik pleit daarbij voor een gelijk speelveld. Ik ben burgemeester van een gemeente met drie woonzorgcentra. Toevallig zijn ze alle drie van een ander allooi: eentje van mezelf, eentje van de non-profit, het OCMW, en eentje van de private markt. Ik kan u juist daarom zeggen dat er geen gelijk speelveld is en dat er geen heldere vergelijkingen mogelijk zijn, per definitie. Daarom dat ik hier telkenmale opnieuw voor die transparantie wil blijven pleiten. Dat is fundamenteel om de toekomst te ontwerpen. We moeten die sector transparant krijgen om het debat hier helder en correct te voeren. Er mag niets worden weggesluisd, akkoord, daar moeten we achteraan, maar er moet een gelijk speelveld zijn. Dat zal de toekomst van goede zorg garanderen.”