Appelen met appelen vergelijken in de zorg: hoognodig en hoogdringend!

Door Veerle Geerinckx op 17 januari 2023

De prijs die ouderen betalen voor een verblijf in een woonzorgcentrum wordt per dag berekend. In die dagprijs zijn een aantal verplichte kosten inbegrepen. Het gaat onder meer om de huur van de kamer en de gemeenschappelijke ruimtes, maaltijden, verpleging en animatie. Het woonzorgcentrum kan daarnaast ook supplementen aanrekenen voor zaken als een kappersbezoek of een televisieabonnement. Die extra kosten kunnen sterk verschillen van woonzorgcentrum tot woonzorgcentrum. De Vlaamse Ouderenraad kaart aan dat de overheid geen zicht zou hebben op de reële totaalprijs, voor hoeveel bewoners die eigenlijk te hoog ligt en hoeveel kinderen van bewoners op het einde van de maand spontaan moeten bijspringen en dus zo de stijgende prijzen mee op hun bord krijgen.

 

Naar jaarlijkse gewoonte bracht tevens het Agentschap Zorg en Gezondheid de gemiddelde dagprijs in de Vlaamse woonzorgcentra in kaart. Tot mei 2022 noteerde Zorg en Gezondheid een gemiddelde stijging van de dagprijs in de Vlaamse woonzorgcentra van 4,92 procent (tot 63,79 euro). Maar ook nadien trokken veel voorzieningen hun prijzen waarschijnlijk verder op, gemiddeld met 5,9 procent volgens koepel Vlozo. Vlozo schat dat de gemiddelde dagprijs daardoor nu ergens tussen de 65 en 70 euro schommelt.

 

Zicht op de reële totaalprijs

 

Tijdens de zitting van de commissie Welzijn in het Vlaams parlement op dinsdag 17 januari stelde Vlaams Volksvertegenwoordiger Veerle Geerinckx hierover een reeks vragen aan de minister. Zij pleitte daarbij voor maatregelen om zicht te krijgen op de reële totaalprijs en voor hoeveel bewoners deze te hoog ligt en de invoering van een sectortransparante boekhouding om voorzieningen objectief te kunnen vergelijken. “De sectortransparante boekhouding kan meer zicht geven op woonkost, zorgkost en infrastructuurkost per type (social profit, profit, openbaar). Dit is noodzakelijk om appelen met appelen te kunnen vergelijken.”, aldus Geerinckx.

 

In haar antwoord beaamde de minister de bezorgdheden geuit door Veerle Geerinckx. Zij liet weten dat de Vlaamse Regering sinds 1 januari 2023 inzet op een aantal maatregelen om de digitalisering van het facturatieproces voor de voorzieningen te versterken. Vanaf 2024 hoopt de minister via dit proces een fijnmazig zicht te krijgen op de reële totaalprijs.

 

Inzetten op sectorspecifieke transparante boekhouding

 

Vlaams Volksvertegenwoordiger Veerle Geerinckx bedankte de minister voor haar antwoord. Zij riep daarbij op tot waakzaamheid om de betaalbaarheid van de zorg tijdens de oude dag te blijven garanderen. “Deze prijsstijgingen waren te verwachten, maar we mogen dit niet normaal vinden. De Vlaamse regering heeft reeds verschillende maatregelen genomen in dit kader zoals de energiesteun aan de voorzieningen, de hervorming van het zorgbudget waardoor die doelgerichter wordt ingezet, en de stijging van het zorgbudget voor zwaar zorgbehoevenden naar 135 euro. Maar het hoofdinkomen van een bewoner blijft het pensioen. De Vlaamse Regering blijft zoeken naar een betere betaalbaarheid van de zorg tijdens de oude dag. Uiteraard in combinatie met aandacht voor de financiële leefbaarheid van de voorzieningen. Zo is er al ruime tijd sprake van een sectorspecifieke transparante boekhouding. Zo’n boekhouding moet meer zicht geven op woonkost, zorgkost en infrastructuurkost (per type) en is dus belangrijk voor de zorgbehoevende en zijn omgeving om te kunnen vergelijken. De invoering van dit systeem laat echter op zich wachten. De N-VA vraagt volledige transparantie over de samenstelling van de dagprijs op basis van deze nieuwe sectorspecifieke boekhouding.”

Hoe waardevol vond je dit artikel?

Geef hier je persoonlijke score in
De gemiddelde score is