De periode waarin de samenleving en vooral onze ouderenzorgvoorzieningen gebukt gingen onder de coronacrisis, ligt gelukkig al even achter ons. Maar de lessen die eruit getrokken werden, komen nu meer en meer naar boven. In de coronacommissie werden de woonzorgcentra als eerste onder de loep genomen. Zeer vaak kwam de aanbeveling terug dat de organisatie van een woonzorgcentrum in de toekomst anders moet, we moeten af van de grote blokken met lange gangen. Huiselijkheid en vast personeel, kleinere woongroepen moeten de toekomst worden. Veel voorzieningen gingen hiermee aan de slag, zij het soms tijdelijk.

Opmerkelijk ook bleek dat de centra die zich razendsnel hebben omgeschakeld naar een kleinere werking niet alleen de soms moeilijke en steeds veranderende richtlijnen genuanceerder konden toepassen door bijvoorbeeld toch bezoek toe te laten, sociaal contact net in stand te houden, kortom, een leefbare reactie te bieden op de crisis.

Vlaams minister van Welzijn Crevits gaf tijdens de plenaire zitting aan te willen werken aan zo een nieuw model van de woonzorgcentra, met kleinere en huiselijke woongroepen. Zij wees daarbij op de meerwaarde van innovatie en kleinschaligheid, ook in grote voorzieningen.

Veerle Geerinckx juicht het initiatief van de minister toe. “Het belang van innovatieve arbeidsorganisatie kennen we reeds, denk bijvoorbeeld aan de werking van De Wingerd in Leuven. Maar het is tevens cruciaal om te blijven inzetten op innovatie inzake infrastructuur. Daarbij moeten we blijven investeren in zowel stenen als personeel in het belang van de bewoners van onze woonzorgcentra”.