Een arts is bij elke medische tussenkomst gebonden aan het medisch geheim. Dus ook wanneer hij of zij euthanasie uitvoert in een woonzorgcentrum. De arts mag met andere woorden de directie van de voorziening waar de patiënt verblijft, niet bevragen of inlichten over het verzoek tot euthanasie of over de euthanasieprocedure. Het advies van de Nationale Raad van de Orde der Artsen is in deze duidelijk, maar de arts moet echter steeds vooraf het verzoek van de patiënt bespreken met het verplegend team. Dat is noodzakelijk om een beter zicht te krijgen op de globale medische situatie van de patiënt.

Om organisatorische reden kan het soms onvermijdelijk zijn om de directie van het wzc op de hoogte te brengen van het moment waarop de euthanasie wordt uitgevoerd. De directie kan zich niet verzetten tegen de euthanasie en kan evenmin een rol spelen in het beslissingsproces volgens de Orde van Artsen. Elk individueel lid van het verzorgend team heeft daarbij het recht zijn medewerking te weigeren bij de daadwerkelijke uitvoering van de euthanasie.

De minister erkende dat er op een aantal plaatsen nog werk aan de winkel is, maar dat de Vlaamse regering ook inzet op extra investeringen. De minister benadrukte daarbij de noodzaak om de autonomie van de mensen te respecteren.

Wanneer we spreken over regelgeving die gaat over leven en dood, is het cruciaal dat dit debat op een serene en grondige manier gevoerd kan worden. Voor de N-VA staat menswaardig leven en sterven daarbij centraal”, aldus Veerle Geerinckx. Zij sloot haar tussenkomst af met een pleidooi om te onderzoeken hoe de registratie van het verlenen van palliatieve zorg in de woonzorgcentra kan worden opgenomen als onderdeel van het palliatief zorgproject binnen de sector.